Kiezen om (niet) te kiezen: besparing of uitgestelde factuur voor offshore wind

Duiding door Dirk Van Hertem (EnergyVille/Etch/KU Leuven) en Hakan Ergun (EnergyVille/Etch/KU Leuven) bij de beslissing van de federale regering om de tweede fase van het energie-eiland in de Noordzee te schrappen.

Achtergrond

Het Princes Elisabeth energie-eiland voor de Belgische kust heeft tot doel de offshore windcapaciteit voor de Belgische kust met 3150-3500 MW te verhogen en een connectiepunt op zee te realiseren die verdere versterkingen naar de UK mogelijk maken. De uitbreiding zou bestaan uit een ontwikkeling in drie fases. Fase een, met een consessie voor een kavel voor 700 MW wind, die via twee AC kabels verbonden zou worden met het vasteland. Fase twee, met een concessie van twee keer 700 MW kavels, ook voorzien met vier AC kabels naar het binnenland, en fase drie met een concessie voor nog twee keer 700 MW, verbonden met een enkele HVDC verbinding naar het vasteland, inclusief de mogelijkheid om een verbinding te maken met het Verenigd Koninkrijk.

Belangrijk om te duiden is dat Elia reeds is begonnen met de constructie van het energie-eiland, en een gedeelte van de elektrische infrastructuur.

Wat is er beslist?

In de laatste maanden is het energie-eiland meermaals in het nieuws gekomen, en dan vooral omtrent de kostenverhoging van iets meer dan twee miljard naar drieëneenhalf miljard en uiteindelijk zeven à acht miljard euro. Deze oplopende kosten werden toegewezen aan een samenloop van omstandigheden: inflatie, supply chain issuesscope creep (aanpassing plannen), onderschatting van de kosten door Elia,… Verschillende actoren geven verschillende interpretaties aan de relatieve grootte van deze afwijkingen.

Hierbij werd de geschikheid van deze investering in vraag gesteld.  Onder meer Febeliec en CREG hadden vragen bij de investeringen, en het project werd uitvoerig besproken in de pers en het federaal parlement. Hoewel Elia initieel de volledige uitrol van het energie-eiland bleef ondersteunen, werd dit voorjaar besloten de situatie te herevalueren en de beslissing terug in handen van de federale regering te geven. De regering en in het bijzonder federaal minister van Energie Mathieu Bihet, heeft enkele maanden de tijd genomen om het dossier te bestuderen, en komt nu met de volgende besluiten:

  • De investering in de HVDC-verbinding naar het energie-eiland wordt uitgesteld
    • Timing onbekend
  • De HVDC-verbinding met Groot-Brittanië wordt uitgesteld
    • Timing onbekend, nieuwe vergunningen en onderhandelingen nodig
  • Totale vermogen offshore wind wordt verminderd:
    • Totale ambitie daalt van 3150-3500 MW naar 2100 MW

Wat zijn de gevolgen?

Wanneer in een groot project de omstandigheden (onkosten) significant veranderen, is het niet meer dan logisch om de situatie te herevalueren. Er zijn reeds investeringen gedaan om het eiland te bouwen, de vraag is nu in welke mate het eiland ontwikkeld zal worden en hoe lang het uitstel zal duren.

Concrete gevolgen:

  • De grotere oppervlakte voor de windparken (lagere dichtheid) zou een iets meer efficiënt windpark opleveren, en mogelijk tot betere biedingen leiden
  • De huidige windsector staat onder druk, en vertragingen in het proces zorgen voor verdere onzekerheid. Daardoor zijn de kosten van toekomstige investeringen ongekend (en niet noodzakelijk lager). Dit geeft geen sterk signaal voor de stabiliteit van investeringen in de Belgische energiesector.
  • Dit uitstel resulteert in het trager behalen van onze klimaatdoelstellingen, terwijl we als België nu al achter op schema liggen. Elke MW wind is goed voor een besparing van ongeveer 950 à 1800 ton CO2 per jaar afhankelijk van de energiemix (gemiddelde CO2 uitstoot vs. situatie waar wind gascentrales vervangt)[1].
  • Om de klimaatdoelstellingen toch te halen zullen andere investeringen aangewend moeten worden. Welke technologiën en hoeveel dat zou kosten is nog niet duidelijk. Daarenboven zou dit ook kunnen leiden tot boetes voor het niet behalen van de doelstellingen.
  • Het uitstellen van netwerkinvesteringen, zoals in HVDC-infrastructuur, vertraagt indirect de overgang naar hernieuwbare energie. Door een tekort aan productiecapaciteit is het onzeker wanneer er een beschikbaar moment komt om de verbinding te realiseren, terwijl de kosten vermoedelijk niet lager zullen liggen dan vandaag. Dit zorgt voor extra onzekerheid over de timing van bijkomende windenergie, aangezien die pas kan worden aangesloten na de uitbreiding van de HVDC-verbinding.

[1] De gemiddelde CO2 uitstoot voor Belgie voor elektriciteitsproductie is 240 g / kWh, en voor gascentrales gemiddeld rond 450 g/kWh. Voor de berekening is een capaciteitsfactor (CF) van 45% gebruikt.  Jaarlijkse uitstoot = x g/kWh * 1000 kW * 8760 h * CF %.

Wat zijn onze aanbevelingen?

  • De huidige beslissing van uitstel is niet uit de lucht gegrepen, maar ook niet zonder gevolgen. Dit zorgt voor extra onzekerheid in de industrie, de langetermijnkosten voor het energie-eiland zullen niet noodzakelijk lager liggen en de maatschappelijke kosten van het uitstel kunnen zelfs nog veel hoger zijn.
  • De energietransitie gaat gepaard met een significante groei van het elektriciteitsverbruik door elektrificatie, en de ontwikkeling van offshore energie gaat daarenboven gepaard met extra nood aan transmissie. De infrastructuurnoden voor de transmissie van elektriciteit tegen 2050 zijn dan ook enorm. Studies hebben aangetoond dat een verdubbeling van de elektriciteitsconsumptie en een verdrievoudiging van het transmissienetwerk nodig zijn. De schaal van de investeringen die op middellange termijn nodig zijn, maakt dat uitstel de uitdagingen op lange termijn alleen maar groter maakt.
  • Er zijn aanzienlijke investeringen in nieuwe infrastructuur nodig, terwijl in de huidige situatie vooral hoge operationele kosten van fossiele installaties doorwegen. Het is daarbij cruciaal dat deze transitie de elektriciteitsprijzen niet zodanig opdrijft dat de concurrentiepositie van onze industrie in het gedrang komt. Momenteel bevinden we ons in een overgangsfase waarin we zowel zwaar investeren in nieuwe netwerken als nog steeds veel betalen voor het gebruik van bestaande fossiele capaciteit.
  • Meer transparantie in het beslissingsproces is essentieel. Hiervoor dienen neutrale instellingen toegang te hebben tot de nodige data en infrastructuur om beslissingsmakers te kunnen ondersteunen bij het nemen van deze grote beslissingen.
  • Alhoewel het lijkt op een besparing op korte termijn, zal dit resulteren in een toegenomen kost op de lange termijn. Onze aanbeveling is dan om de huidige aanpak op korte termijn kritisch te evalueren zodat uitstel geen afstel wordt.